KINDERARBEID 19E EEUW
Wat ga je doen?
Je weet inmiddels wat kinderarbeid is. Bij opdracht 2 ga je de kennis die je hebt opgedaan , verwerken in een verhaal. In de klas trek je een lootje.Op het lootje staat of een arbeiderskind, een volwassenarbeider of een fabrieksbaas bent. Voor deze opdracht kruip je in de rol van één van die drie.
Je gaat je eerst verdiepen in het leven van jouw personage. Vervolgens ga je een verhaal maken over één dag uit het leven van jouw personage. Per personage moeten er een aantal onderwerpen voorkomen in je verhaal. Die vind je hieronder.
Je leert de historische vaardigheid 'standplaatsgebondenheid.
Verschillende rollen
Harry
Je bent een kinderarbeider
Je bent 12 jaar en je werkt in een textielfabriek in Enschede. Je maakt erg lange dagen en de werkomstandigheden zijn slecht. Je moet lang werken en je kunt niet naar school.
Wat moet je doen?
- Beschrijf een werkdag: klussen, duur, pauze's
- Beschrijf de werkomstandigheden, hoe ziet de fabriek eruit, wat voor ongelukken gebeuren er, etc
- Beschrijf het arbeidershuis waar je in woont en de buurt waar het huis in staat.
Pien
Je bent een volwassen arbeider
Je woonde eerst met je familie op het platteland. In de zomer hebben jullie een boerenbedrijf, maar in de winter kun je daar niet werken. Dan verdien je wat extra door het spinnen van garen en weven van doeken. In de stad komen steeds meer fabrieken te staan en daarom verhuizen jullie ook naar de stad.
Wat moet je doen?
-Vertel waarom jullie naar de stad zijn getrokken en wat huisnijverheid is
- Beschrijf een werkdag in de fabriek: beschrijf de werkomstandigheden, hoe ziet de fabriek eruit, wat voor ongelukken gebeuren er, etcetera
- Noem een aantal regels die in de fabriek gelden
Heer Van den Oss
Je bent een fabriekseigenaar
Je bent een textielfabriek in Enschede begonnen. Je haalt je grondstoffen(katoen) uit Brazilië. Na een opstart tijd loopt de fabriek goed. Je hebt ongeveer 200 werknemers. Je hebt strakke regels in je fabriek, je wil natuurlijk wel winst maken.
Wat moet je doen?
-Leg uit wat de Industriële revolutie is
- Vertel waarom je blij bent met de uitvinding van de stoomtrein
- Noem een aantal regels die er gelden in je fabriek
- Geef je mening over kinderarbeid